U gebruikt de pagina Ontwerp om de Automation Assembler-sjabloonspecificaties te maken voor de machines en applicaties die u wilt inrichten, inclusief eigenschapsgroepen, aangepaste resources en resourceacties.
De ontwerppagina gebruiken
Als u een nieuwe cloudsjabloon wilt maken, gaat u naar
. Klik vervolgens op .Met andere opties kunt u de sjabloon maken op basis van een bestaande Terraform-code of een andere, bestaande Automation Assembler-sjabloon waartoe u toegang heeft.
Nadat u de sjabloon heeft gemaakt, kunt u deze vullen door resources toe te voegen en te configureren, zoals hieronder wordt weergegeven.
- Zoek resources.
- Sleep resources naar het canvas.
- Verbind resources.
- Configureer resources door de cloudsjablooncode te bewerken.
Selecteer de gewenste resources en sleep deze naar het canvas.
De beschikbare resources worden links op de ontwerppagina weergegeven.
Cloudonafhankelijke resources |
U kunt cloudonafhankelijke resources naar elke cloudleverancier implementeren. Tijdens het inrichten worden in de implementatie cloudspecifieke resources gebruikt die overeenkomen. Als u bijvoorbeeld verwacht dat een cloudsjabloon voor zowel AWS- als vSphere-cloudzones wordt geïmplementeerd, gebruikt u cloudonafhankelijke resources. |
Cloudleveranciersresources |
Leveranciersresources, zoals specifieke resources voor Amazon Web Services, Microsoft Azure, Google Cloud Platform of VMware vSphere, kunnen alleen worden geïmplementeerd in overeenkomende AWS-, Azure-, GCP- of vSphere-cloudzones. U kunt cloudonafhankelijke resources toevoegen aan een cloudsjabloon die cloudspecifieke resources voor een bepaalde leverancier bevat. Houd er rekening mee wat de cloudzones van het project in termen van de leverancier ondersteunen. |
Resources voor configuratiebeheer |
Resources voor configuratiebeheer zijn afhankelijk van uw geïntegreerde applicaties. Een Puppet-resource kan bijvoorbeeld de configuratie van de andere resources controleren en afdwingen. |
Resources verbinden
Gebruik de grafische besturingselementen van het Automation Assembler-ontwerpcanvas om de resources met elkaar te verbinden.
Alleen compatibele resources kunnen met elkaar worden verbonden. Bijvoorbeeld:
- Een load balancer verbinden met een cluster van machines.
- Een machine verbinden met een netwerk.
- Externe opslag verbinden met een machine.
Voor een connector met ononderbroken lijn moeten de twee resources in dezelfde cloudzone zijn geïmplementeerd. Als u conflicterende beperkingen aan de resources toevoegt, kan de implementatie mislukken.
U kunt bijvoorbeeld geen verbonden resources implementeren waar beperkingstags de plaatsing van één resource in een zone in us-west-1 en de andere resource in een zone in us-east-1 afdwingen.
Ononderbroken of onderbroken pijlen geven alleen een afhankelijkheid aan, geen verbinding. Zie Bindingen en afhankelijkheden maken tussen resources in Automation Assembler voor meer informatie over afhankelijkheden.
Als u een verbinding wilt maken, moet u de rand van een resource aanwijzen om de verbindingsballon weer te geven. Klik vervolgens op de ballon, sleep deze naar de doelresource en laat deze vervolgens los.
In de code-editor wordt extra code voor de bronresource weergegeven in de doelresourcecode.
In de afbeelding zijn de SQL-machine en het privénetwerk verbonden en dus moeten ze in dezelfde cloudzone zijn geïmplementeerd.
Cloudsjablooncode bewerken
Met de code-editor kunt u code direct typen, knippen, kopiëren en plakken. Als u zich niet prettig voelt bij het bewerken van code, selecteert u een resource in het ontwerpcanvas, klikt u op het tabblad Eigenschappen van de code-editor en voert u daar waarden in. De eigenschapswaarden die u invoert, worden in de code weergegeven, alsof u ze direct heeft ingevoerd.
Merk op dat u code uit een cloudsjabloon kunt kopiëren en in een andere kunt plakken.