Een configuratie-element is een lijst met variabelen die u kunt gebruiken om constanten te configureren in een volledige Automation Orchestrator-serverimplementatie.

U kunt configuratie-elementen gebruiken om variabelen beschikbaar te maken voor alle werkstromen, acties en beleidsregels die op de Automation Orchestrator-server worden uitgevoerd.

Als u een pakket maakt met een werkstroom, een actie of een beleid waarvoor een variabele van een configuratie-element wordt gebruikt, wordt in Automation Orchestrator automatisch het configuratie-element in het pakket opgenomen.

Als u een pakket met een configuratie-element in een andere Automation Orchestrator-server importeert, kunt u ook de waarden voor configuratie-elementvariabelen importeren. Als u bijvoorbeeld een werkstroom maakt waarvoor waarden voor variabelen zijn vereist die afhankelijk zijn van de Automation Orchestrator-server waarop deze wordt uitgevoerd, kunt u die variabelen in een configuratie-element instellen zodat u die werkstroom kunt exporteren, zodat een andere Automation Orchestrator-server deze kan gebruiken. Configuratie-elementen stellen u daarom in staat om werkstromen, acties en beleidsregels tussen servers gemakkelijker uit te wisselen.

Opmerking: U kunt geen waarden voor een configuratie-elementvariabele importeren uit een configuratie-element dat uit vRealize Orchestrator 5.1 of lager is geëxporteerd.

Een configuratie-element maken

Met configuratie-elementen kunt u algemene variabelen instellen op een Automation Orchestrator-server. Alle elementen die op de server worden uitgevoerd, kunnen de variabelen gebruiken die u in een configuratie-element heeft ingesteld.

Procedure

  1. Meld u aan bij de Automation Orchestrator-client.
  2. Ga naar Assets > Configuraties.
  3. Selecteer Nieuwe configuratie.
  4. Voer de naam van het configuratie-element in.
  5. Selecteer het tabblad Variabelen.
  6. Als u een lokale variabele wilt maken, klikt u op Nieuw.
    1. Voer de naam van de variabele in.
    2. Selecteer het type variabele.
      Opmerking: Als u een array met configuratievariabelen wilt maken, schakelt u het selectievakje Array in.
    3. (Optioneel) Voer een waarde in voor de configuratievariabele.
    4. Klik op Opslaan.
  7. Klik op Opslaan om het maken van een configuratie-element te voltooien.

Volgende stappen

U kunt het configuratie-element gebruiken om variabelen aan werkstromen, acties of beleid toe te voegen.