Geconfigureerde netwerkonderdelen, zoals netwerken, load balancers en beveiligingsgroepen, kunnen als herbruikbare objecten worden behandeld. Deze objecten kunnen in
Automation Assembler-sjablonen worden ingevoegd om snel een vooraf gedefinieerde set netwerk-, beveiligingsgroep- en/of load-balancerinstellingen toe te voegen. Met deze mogelijkheid, die soms wordt aangeduid als Infrastructure-as-code- of providernetwerken, kunt u vooraf gedefinieerde netwerk- en beveiligingsconfiguraties hergebruiken in meerdere sjablonen en/of implementaties.
Een geconfigureerd netwerkonderdeel is gewoon een Automation Assembler-sjabloon die alleen bestaat uit een netwerkonderdeel, een beveiligingsgroep of een load balancer die is geconfigureerd met instellingen en die is opgeslagen als een standalone sjabloon. Deze sjablonen kunnen in andere sjablonen worden ingevoegd om snel een eerder gespecificeerde configuratie toe te voegen. Alleen cloudbeheerders kunnen een geconfigureerde netwerkonderdeelsjabloon maken, definiëren en vervolgens opslaan. Nadat een cloudbeheerder de sjabloon heeft gemaakt, kan de sjabloon echter worden ingevoegd (en worden hergebruikt als resourcesegment) in andere sjablonen door een ontwerper die geen rechten voor cloudbeheer heeft.
De volgende overwegingen zijn van invloed op de vraag of een geconfigureerd netwerkonderdeel kan worden gebruikt:
- Implementatieomgeving, zoals eenvoudig, gedistribueerd, uitgebalanceerd of met hoge beschikbaarheid.
- Gebruikersroltoewijzingen, in het bijzonder cloudbeheerder of niet-cloudbeheerder. Alleen cloudbeheerders kunnen de herbruikbare geconfigureerde netwerkonderdeelsjabloon maken. Maar niet-cloudbeheerders kunnen een geconfigureerde netwerkonderdeelsjabloon in hun eigen sjablonen invoegen. Niet-cloudbeheerders kunnen de geconfigureerde netwerkonderdeelinhoud/-instellingen echter niet wijzigen nadat ze in hun eigen sjablonen zijn ingevoegd.