Nadat een virtuele machine via vSphere vMotion is gemigreerd, wordt een gebeurtenis geactiveerd die een afstemming in VMware Aria Automation uitvoert.

U kunt vSphere vMotion gebruiken om uw virtuele machines te migreren zonder ze uit te schakelen en zo uitvaltijd in uw infrastructuur voorkomen. Ga voor meer informatie over vSphere vMotion naar Virtuele machines migreren met vSphere vMotion.

VMware Aria Automation ondersteunt de volgende migratiescenario's:

  • Virtuele machines in de vCenter-instantie migreren.
  • Virtuele machines tussen vCenter-instanties migreren.

Nadat de migratie van de vSphere Client is gestart, wordt bij het verzamelen van gegevens in VMware Aria Automation de migratie geregistreerd wanneer deze is gestart en wordt een gebeurtenis geactiveerd om de migratiewijzigingen af te stemmen. U kunt het gebeurtenisonderwerp Compute post migration reconcile status gebruiken om u te abonneren op deze gebeurtenis. Ga naar De gebeurtenisonderwerpen van Automation Assembler voor meer informatie over het gebeurtenisonderwerp.

Nadat de migratie is voltooid, worden alle wijzigingen in de virtuele machine afgestemd en kunnen deze worden weergegeven in de cloudsjabloon waarin de virtuele machine wordt toegevoegd.

Vereisten

Voordat u een vMotion-migratie uitvoert, moet u rekening gehouden met de volgende vereisten:

  • Wanneer u een migratie uitvoert tussen vCenter-instanties, controleert u of beide instanties als cloudzones zijn toegevoegd aan hetzelfde project dat wordt gebruikt in de cloudsjabloon.
  • Wanneer u een migratie uitvoert tussen vCenter-instanties, moet u er rekening mee houden dat tags die zijn gekoppeld aan de virtuele machine in het bron-vCenter niet worden afgestemd na de migratie naar het doel-vCenter.
  • Wanneer u een migratie uitvoert tussen vCenter-instanties, worden het herconfigureren en uitschalen van het netwerk voor dag 2 niet ondersteund.
  • Migratieafstemming voor bestaande NSX-T-netwerken wordt ondersteund. Dit betreft echter alleen het netwerk zelf. Aanvullende NSX-constructs, zoals netwerken op aanvraag, beveiligingsgroepen en load balancers, worden niet afgestemd.
  • Controleer of de virtuele machine die u wilt migreren, geen deel uitmaakt van een cluster of resources deelt met andere virtuele machines zoals netwerken of load balancers.
  • Wanneer u een virtuele machine migreert die een eersteklasschijf (FCD) gebruikt, gelden er bepaalde beperkingen voor de acties voor dag 2 die kunnen worden uitgevoerd op de virtuele machine.
    Opmerking: Wanneer u een virtuele machine migreert tussen vCenter-instanties, wordt een overeenkomstige schijf gemaakt in het doel- vCenter en kan een schijf een normale schijf of FCD zijn. Ongeacht de uitkomst blijft VMware Aria Automation de nieuw gemaakte schijf identificeren als FCD na de afstemming.
    Migratietype Grootte wijzigen Grootte van opstartschijf wijzigen Grootte van schijf wijzigen Schijf toevoegen
    Gemigreerd in hetzelfde vCenter Ondersteund Ondersteund Ondersteund. Ondersteund
    Gemigreerd tussen vCenter-instanties Ondersteund Ondersteund Ondersteund. Wijzigt de grootte van de FCD die nu is gekoppeld aan de nieuwe schijf die is gemaakt in het doel-vCenter. Het schijfbestand wordt bijgewerkt zodat het naar de nieuwe locatie wijst. Niet ondersteund.

Migratieproces en afstemming

  1. Meld u aan bij de vSphere-client.
  2. Selecteer de virtuele machine die u wilt migreren.
  3. Vouw de vervolgkeuzelijst Acties uit en selecteer Migreren.
  4. Selecteer het relevante migratietype voor uw gebruiksscenario.
    Opmerking: Als u een virtuele machine tussen vCenter-instanties wilt migreren, selecteert u Tussen vCenter Servers exporteren.
  5. Configureer de resterende migratieopties door een prioriteit voor computerbron, opslag, netwerk en vMotion te selecteren.
    Opmerking: Voor migraties tussen vCenter-instanties moet u ook de vereiste details van het doel-vCenter opgeven.
  6. Klik op Voltooien om de migratie te starten.
  7. Meld u aan bij Automation Assembler.
  8. Ga naar Resources > Implementaties en selecteer de cloudsjabloon waar uw virtuele machine wordt gebruikt.
  9. Selecteer de virtuele machine en vouw de sectie Aangepaste eigenschappen uit.
  10. De aangepaste eigenschap migrationStatus geeft de huidige status van de migratie weer. De mogelijke waarden van de eigenschap kunnen STARTED, SUCCESS of FAILED zijn, afhankelijk van de huidige voortgang en de uitkomst van de migratie.
  11. De aangepaste eigenschap migrationMessage kan berichten weergeven die relevant zijn voor de migratie. Voor geslaagde migraties is deze eigenschap leeg. Als er een fout optreedt bij de migratie, geeft deze eigenschap een bericht weer dat aan de specifieke fout is gekoppeld.
  12. Nadat de migratie is voltooid, zijn de wijzigingen in de virtuele machine nu zichtbaar in de cloudsjabloon.
    Opmerking: Als u de virtuele machine bijvoorbeeld heeft gemigreerd naar een nieuwe host, wordt deze wijziging nu weergegeven in de eigenschap Compute host onder de vervolgkeuzelijst Algemeen.