U kunt het logboekniveau instellen op FOUTOPSPORING om extra informatie te registreren die kan helpen bij het vinden van oplossingen voor problemen.
Procedure
- Meld u aan bij de machine.
- Open het pad naar de map conf.
Voor Linux gaat u naar
/usr/local/horizon/conf/.
Voor Windows gaat u naar
\usr\local\horizon\conf\.
- Werk het logboekniveau in de bestanden cfg-log4j.propertieshc-log4j.propertiesen saas-log4j.properties bij. Dit zijn de meest gebruikte log4j-bestanden voor de service.
- Bewerk het bestand.
- Vervang INFO door DEBUG op de regels waarvoor het logboekniveau is ingesteld op INFO.
Bijvoorbeeld, wijzig:
rootLogger.level=INFO
in:
rootLogger.level=DEBUG
- Sla het bestand op.
U hoeft de service of het systeem niet opnieuw te starten.