Bij de automatische invulling van het bestand domain_krb.properties zoekt de connector naar domeincontrollers op dezelfde site, zodat de vertraging tussen de connector en Active Directory minimaal blijft.
Daarbij wordt op basis van IP-adres en subnetmasker gekeken op welk subnet de connector zich bevindt, waarna de Active Directory-configuratie wordt gebruikt om de site op dat subnet te identificeren. Als het subnet van de virtual machine zich niet in een Active Directory-omgeving bevindt of als u de automatische subnetselectie wilt overschrijven, kunt u zelf een subnet opgeven in het bestand runtime-config.properties.