Drempelwaarden voor synchronisatiebeveiligingen kunnen worden geconfigureerd in de directory om te voorkomen dat de configuratie van de gebruikers en groepen die via Active Directory met de directory worden gesynchroniseerd, onbedoeld wordt gewijzigd.

De drempelwaarden voor synchronisatiebeveiliging die worden ingesteld beperken hoe vaak de gebruikers en groepen tijdens de synchronisatie van de directory kunnen worden gewijzigd. Als er aan van de drempelwaarden voor directorybeveiliging is voldaan, stopt de directorysynchronisatie en wordt een bericht weergegeven op de pagina Synchronisatielogboek van de directory. Wanneer SMTP is geconfigureerd in de VMware Identity Manager-beheerconsole, ontvangt u een e-mailbericht wanneer de synchronisatie is mislukt vanwege de schending van een beveiliging.

Wanneer synchronisatie is mislukt, kunt u naar de pagina Synchronisatie-instellingen > Synchronisatielogboek van de directory gaan om een beschrijving te vinden van het type beveiligingsschending.

Als u de synchronisatie voltooit, kunt u de procentuele drempelwaarde van de beveiliging verhogen via de pagina Instellingen synchronisatiebeveiliging, of een synchronisatietest uitvoeren en de optie Beveiligingen negeren te selecteren. Wanneer u ervoor kiest de drempelwaarde voor de beveiliging te negeren, worden de drempelwaarden voor de beveiliging alleen voor deze synchronisatiesessie niet afgedwongen.

Wanneer u directorysynchronisatie voor de eerste keer uitvoert, worden de drempelwaarden voor synchronisatiebeveiliging niet afgedwongen.

Opmerking:

Wanneer u de functie Beveiligingen synchroniseren niet wilt gebruiken, verwijdert u de waarden uit het vervolgkeuzemenu. Als de tekstvakken van de drempels voor Beveiligingen synchroniseren leeg zijn, wordt Beveiligingen synchroniseren niet ingeschakeld.