Nadat u de algemene gebruikerskenmerken heeft gecontroleerd en ingesteld, maakt u de lokale directory.

Procedure

  1. Klik in de beheerconsole op het tabblad Identiteits- en toegangsbeheer en klik dan op het tabblad Directory's.
  2. Klik op Directory toevoegen en selecteer Lokale gebruikersdirectory toevoegen via het vervolgkeuzemenu.


    optie lokale directory toevoegen


  3. Op de pagina Directory toevoegen, voert u een directorynaam in en specificeert u minimaal één domeinnaam.

    De domeinnaam moet uniek zijn voor alle directory's in de service.

    Bijvoorbeeld:



    Pagina Directory toevoegen


  4. Klik op Opslaan.
  5. Klik op de pagina Directory's op de nieuwe directory.
  6. Klik op het tabblad Gebruikerskenmerken.

    Alle kenmerken van de pagina Identiteits- en toegangsbeheer > Installatie > Gebruikerskenmerken worden voor de lokale directory vermeld. Kenmerken die op deze pagina als vereist zijn aangeduid, worden ook als vereist weergegeven op de pagina van de lokale directory.

  7. Kenmerken voor de lokale directory aanpassen.

    U kunt specificeren welke kenmerken vereist en welke kenmerken optioneel zijn. U kunt ook de volgorde wijzigen waarin de kenmerken worden weergegeven.

    Belangrijk:

    De kenmerken Gebruikersnaam, Voornaam, Achternaam en E-mailadres zijn altijd vereist voor lokale directory's.

    • Om een kenmerk vereist te maken, selecteert u het selectievakje naast de naam van het kenmerk.

    • Om een kenmerk optioneel te maken, deselecteert u het selectievakje naast de naam van het kenmerk.

    • Om de volgorde van de kenmerken te wijzigen, klikt u op een kenmerk en sleept u het naar de nieuwe locatie.

    Wanneer een kenmerk vereist is, moet u een waarde voor het kenmerk specificeren wanneer u een gebruiker maakt.

    Bijvoorbeeld:

    pagina gebruikerskenmerken


  8. Klik op Opslaan.

Volgende stappen

Koppel de lokale directory aan de identiteitsprovider die u wilt gebruiken om de gebruikers in de directory te verifiëren.