View-desktops en -applicaties kunnen worden gestart vanuit Workspace ONE in de Horizon Client of een webbrowser, afhankelijk van de manier waarop de desktop of applicatie is geconfigureerd in View. Als een View-desktop of -applicatie alleen is geconfigureerd voor de Horizon Client, moeten gebruikers de Horizon Client op hun systemen installeren.
Over deze taak
De functie HTML Access voor View biedt View-beheerders de mogelijkheid een View-desktop of -applicatie voor browsers te configureren. Deze configuratie wordt uitgevoerd in View en er is geen configuratie vereist in VMware Identity Manager. In Horizon 7 bepaalt de instelling HTML Access toestaan voor desktops en applicaties op deze farm of gebruikers in VMware Identity Manager de optie hebben om desktops of applicaties vanaf die farm in een browser te starten.
VMware Identity Manager ondersteunt HTML Access voor Horizon 6.1.1 en later.
VMware Identity Manager ondersteunt ook alle weergaveprotocols die View ondersteunt voor de Horizon Client. Voor Horizon 7 ondersteunt VMware Identity Manager het Blast-protocol, naast PCoIP en RDP voor Horizon Client 4.0. Wanneer VMware Identity Manager-gebruikers een desktop of applicatie in de Horizon Client starten, wordt het protocol gebruikt dat is ingesteld voor de farm in View.
In View kunnen beheerders, naast het instellen van het standaardweergaveprotocol, ook opgeven of gebruikers een weergaveprotocol mogen kiezen. Als u versies van Horizon Client wilt ondersteunen die niet het standaardprotocol ondersteunen, raden we af gebruikers de mogelijkheid te bieden het weergaveprotocol te kiezen. Anders kan de applicatie of desktop niet worden gestart.
Voor informatie over het configureren van de weergaveprotocols en startopties, raadpleegt u de Horizon 7-, Horizon 6- of View-documentatie.
In de VMware Identity Manager-beheerconsole kunt u de startopties controleren die door een View-desktop of -applicatie worden ondersteund.