In de meeste scenario's waarbij sprake is van een storing kunt u een failback uitvoeren naar het primaire datacenter zodra dat datacenter weer functioneert.

Procedure

  1. Pas de globale load-balancer of de DNS-record aan om naar de load-balancer in het primaire datacenter te wijzen.
  2. Wis de cache in het secundaire datacenter.
    Voer de volgende REST API uit in een REST-client zoals Postman:

    PAD: /SAAS/jersey/manager/api/removeAllCaches

    Methode: POST

    Voeg headers toe:

    Authorization: HZN <cookie_value>
    Accept: application/vnd.vmware.horizon.manager.cache.removal.response+json
    Content-type: application/vnd.vmware.horizon.manager.cache.removal.request+json’

    Voeg tekst (onbewerkt) toe:

    {
    "cacheNames":[]
    }
    Opmerking:
    • U moet de API uitvoeren als tenantbeheerder. Dit is de beheerder die in het systeemdomein is gemaakt tijdens het installeren van VMware Identity Manager. Domeinaccounts die vanuit uw bedrijfsdirectory zijn gesynchroniseerd, kunnen deze functie niet uitvoeren.
    • U kunt de cookie HZN verkrijgen door u in de VMware Identity Manager-service als tenantbeheerder aan te melden en vervolgens de cookiecache van uw browser te openen.
    • Een lege cacheNames geeft aan dat alle caches moeten worden verwijderd.

    U kunt de cache ook wissen door de virtual appliances opnieuw op te starten.