De Integration Broker is een onderdeel van VMware Identity Manager dat wordt gebruikt voor communicatie met de Citrix-serverfarm. U installeert de Integration Broker op locatie op een ondersteunde Windows-server.

Volg deze richtlijnen wanneer u de Integration Broker wilt implementeren.

  • U kunt Integration Broker installeren in Windows Server 2016, Windows Server 2012 R2, Windows Server 2012 of Windows Server 2008 R2.

    Tabel 1. Serververeisten voor Integration Broker

    Vereiste

    Opmerkingen

    Windows Server 2016, Windows Server 2012 R2, Windows Server 2012 of Windows Server 2008 R2 met dual-core processor

    4 GB RAM

    30 GB

    De opslagruimte voor het Windows-besturingssysteem is hierbij inbegrepen.

  • Versievereisten voor Integration Broker:

    Versie van VMware Identity Manager of Connector

    Ondersteunde versie van Integration Broker

    VMware Identity Manager 19.03

    19.03

    VMware Identity Manager Connector 19.03.0.0

    19.03

    VMware Identity Manager 3.3

    3.3

    VMware Identity Manager Connector 2018.8.1.0 (connector uitgebracht met VMware Identity Manager 3.3)

    3.3

    VMware Identity Manager 3.2

    3.2

    VMware Identity Manager Connector 2018.1.1.0 (connector uitgebracht met VMware Identity Manager 3.2)

    3.2

    VMware Identity Manager 3.1

    3.1

    VMware Identity Manager Connector 2017.12.1.0 (connector uitgebracht met VMware Identity Manager 3.1)

    3.1

    VMware Identity Manager 3.0

    3.0

    VMware Identity Manager Connector 2017.8.1.0 (connector uitgebracht met VMware Identity Manager 3.0)

    3.0

    VMware Identity Manager 2.9.1 of lager

    2.9.1 of lager

    VMware Identity Manager Connector 2.9.1 of lager

    2.9.1 of lager

    Opmerking:

    Voor gebruik van de Citrix StoreFront REST API is Integration Broker 2.9.1 of hoger vereist. Voor XenApp of XenDesktop 7.x is Integration Broker 2.6 of hoger vereist. Voor gebruik van de NetScaler-functie is Integration Broker 2.4 of hoger vereist.

    Opmerking:

    Het gebruik van de nieuwste beschikbare versie van VMware Identity Manager en de bijbehorende onderdelen wordt aanbevolen.

  • De VMware Identity Manager Connector moet kunnen communiceren met de Integration Broker. Als u meerdere connectorinstanties heeft ingesteld, controleert u of alle connectoren met de Integration Broker kunnen communiceren.

    Opmerking:

    U moet via SSL verbinding maken met elke Integration Broker-instantie die wordt gebruikt om te starten.

  • Eén Integration Broker-instantie kan meerdere Citrix-omgevingen ondersteunen.

  • Als u de Windows-versie van VMware Identity Manager Connector gebruikt, volgt u deze richtlijnen.

    • U wordt aanbevolen de Integration Broker en VMware Identity Manager Connector op verschillende servers te installeren.

    • Als u de Integration Broker op dezelfde server als de connector installeert, moet u ervoor zorgen dat de HTTP- en HTTPS-bindingpoorten geen conflict veroorzaken met de poorten die door VMware Identity Manager Connector worden gebruikt.

      VMware Identity Manager Connector gebruikt altijd poort 80. Ook poort 443 wordt gebruikt, tenzij tijdens de installatie een andere poort is geconfigureerd.

    • Er wordt een zelfondertekend certificaat gegenereerd tijdens de installatie van de connector. Als u de Integration Broker op dezelfde server installeert als de connector, kunt u dit certificaat gebruiken. Installeer het certificaat in de Microsoft-opslagplaats en gebruik dit voor HTTPS-binding.

  • Plan uw implementatiestrategie voordat u aan de slag gaat. Zie Integration Broker-implementatiemodellen voor aanbevelingen voor veelvoorkomende scenario's.