Gebruikers kunnen de Horizon-desktops of -applicaties waarvoor ze rechten hebben, uitvoeren vanuit de Workspace ONE-portal of -app.

Een applicatie of desktop kan in Horizon Client of in een browser worden gestart, afhankelijk van de wijze waarop de applicatie of desktop in Horizon is geconfigureerd. Voor applicaties of desktops die alleen in Horizon Client kunnen worden gestart, moeten gebruikers Horizon Client op hun systemen installeren. Voor applicaties en desktops die zowel in Horizon Client als in een browser kunnen worden gestart, kunnen gebruikers de gewenste startmethode selecteren.

Gebruikers kunnen ook hun standaardstartvoorkeur instellen op de pagina Voorkeuren in de Workspace ONE-portal. Deze gebruikersvoorkeur overschrijft elke andere startvoorkeur die is ingesteld op beheerdersniveau.

Opmerking:

Gebruikers kunnen geen standaardstartvoorkeur instellen in de Workspace ONE-app.

Voorwaarden

Wellicht moeten gebruikers Horizon Client installeren, afhankelijk van de wijze waarop de applicatie of desktop in Horizon is geconfigureerd.

Zie voor ondersteunde versies van Horizon Client de VMware Product Interoperability Matrix via http://www.vmware.com/resources/compatibility/sim/interop_matrix.php.

Procedure

  1. Meld u aan bij de Workspace ONE-portal.
  2. Klik op Openen in de desktop of applicatie die u wilt gebruiken, selecteer de startmethode en klik op Openen.
    Opmerking:

    Afhankelijk van de wijze waarop de desktop of applicatie is geconfigureerd, en uw voorkeur, moet u mogelijk Horizon Client op uw systeem installeren.

Resultaten

Als u de optie in browser hebt gekozen, wordt de applicatie of desktop gestart in een browser. Wanneer u Horizon 6.1.1 of later gebruikt, wordt op het browserscherm ook een HTML Access Tray weergegeven.

Opmerking:

Als de SAML-metagegevens op de instanties van de Horizon-verbindingsserver verlopen zijn, wordt de applicatie of desktop niet gestart. Om dit probleem te verhelpen, synchroniseert u de Horizon-bronnen opnieuw naar VMware Identity Manager. Ga naar de pagina Catalogus > Verzamelingen van virtuele apps, selecteer de verzameling en klik op Synchroniseren.