U kunt de VMware Identity Manager-connector voor hoge beschikbaarheid instellen door meerdere connectorinstanties in een cluster toe te voegen. Als een van de connectorinstanties om wat voor reden dan ook niet beschikbaar is, zijn andere instanties wel beschikbaar.

Als u een cluster wilt maken, installeert u een nieuwe connectorinstantie en configureert u deze op exact dezelfde wijze als de eerste connector.

U koppelt dan alle connectorinstanties aan de ingebouwde identiteitsprovider. De VMware Identity Manager-service verdeelt het verkeer automatisch tussen alle connectoren die aan de ingebouwde identiteitsprovider gekoppeld zijn. Een load balancer is niet vereist. Als een van de connectoren door een netwerkprobleem niet beschikbaar is, leidt de service er geen verkeer naartoe. Wanneer de verbinding is hersteld, leidt de service weer verkeer naar de connector.

Nadat u het connectorcluster heeft ingesteld en alle connectoren aan de ingebouwde identiteitsprovider heeft gekoppeld, zijn de verificatiemethoden die u op de connector heeft ingeschakeld, in hoge mate beschikbaar. Ook als een van de connectorinstanties niet beschikbaar is, is verificatie nog steeds beschikbaar.

Om hoge beschikbaarheid voor directorysynchronisatie in te stellen, koppelt u alle connectorinstanties aan de directory en stelt u vervolgens een lijst met synchronisatieconnectoren in voor de directory. De connectoren in de lijst met synchronisatieconnectoren worden in failovervolgorde gerangschikt. De VMware Identity Manager-service gebruikt de eerste connector in de lijst voor directorysynchronisatie. Als de eerste connector niet beschikbaar is, wordt de tweede connector gebruikt, enzovoort. De lijst met synchronisatieconnectoren wordt per directory ingesteld op de pagina Synchronisatie-instellingen van de directory.

Opmerking:

Dit gedeelte geldt niet voor hoge beschikbaarheid van Kerberos-verificatie. Zie Ondersteuning voor Kerberos-verificatie toevoegen aan uw implementatie van de VMware Identity Manager Connector.