Als u een Citrix-implementatie wilt integreren in de Workspace ONE Access-service, heeft u de volgende onderdelen nodig.

  • Een Workspace ONE Access-tenant of -instantie op locatie.
  • Een ondersteunde versie van de Workspace ONE Access-connector, geïnstalleerd op locatie. U kunt de connector downloaden via https://my.vmware.com.
  • Een Integration Broker-instantie geïnstalleerd op een ondersteunde Windows-server op locatie. De Integration Broker, een onderdeel van Workspace ONE Access, is het onderdeel dat communiceert met Citrix-serverfarms.

    U kunt de Integration Broker downloaden via https://my.vmware.com.

  • Een Citrix-implementatie op locatie.

Terwijl u de onderdelen op locatie implementeert, zorgt u ervoor dat u aan deze vereisten voldoet:

  • De connector moet kunnen communiceren met de Integration Broker. Als u meerdere connectorinstanties heeft geïmplementeerd, zorgt u ervoor dat ze allemaal kunnen communiceren met de Integration Broker.
  • De Integration Broker moet kunnen communiceren met de Citrix-serverfarm.

Alle communicatie tussen de Workspace ONE Access-service en de onderdelen op locatie vindt plaats via de connector. De connector en de service communiceren via een communicatiekanaal dat automatisch is ingesteld tijdens de installatie.

Opmerking: Het gebruik van de nieuwste beschikbare versie van Workspace ONE Access en de bijbehorende onderdelen wordt aanbevolen.