Implementeer een of meer instanties van de Integration Broker voor de Citrix-integratie met Workspace ONE Access, afhankelijk van uw bedrijfsbehoeften. De implementatiemodellen die hier worden beschreven, zijn gebaseerd op veelvoorkomende scenario's.
Proof-of-concept-omgevingen
In proof-of-concept-omgevingen, waarbij u slechts een aantal gepubliceerde Citrix-applicaties in Workspace ONE Access configureert om vertrouwd te raken met het integratieproces en de ervaring van eindgebruikers, wordt u aanbevolen één Integration Broker-instantie in te stellen. Selecteer dezelfde Integration Broker-instantie als de Integration Broker voor synchronisatie en de Integration Broker voor SSO in de verzameling van virtuele apps.
Testomgevingen
In kleine testomgevingen, waarbij u de hele procedure, inclusief het synchroniseren en starten wilt testen, wordt het implementeren van twee Integration Broker-instanties aanbevolen: een voor het synchroniseren van bronnen en rechten en de andere voor het starten van bronnen. In dit scenario integreert u doorgaans slechts enkele applicaties en wordt niet verwacht dat een groot aantal gebruikers applicaties tegelijk starten.
Selecteer een van de instanties als de Integration Broker voor synchronisatie en de andere als de Integration Broker voor SSO in de verzameling van virtuele apps.
Productieomgevingen
Voor een hoge beschikbaarheid en load-balancingdoeleinden wordt u in productieomgevingen aanbevolen een cluster van Integration Broker-instanties achter een load balancer in te stellen. Als een van de Integration Broker-instanties niet beschikbaar is, blijven het synchroniseren en starten beschikbaar omdat de aanvragen worden omgeleid naar een andere instantie in het cluster.
Voer de informatie van de load balancer in de velden Integration Broker voor synchronisatie en Integration Broker voor SSO in de verzameling van virtuele apps in.
Grootschalige productieomgevingen
In grote productieomgevingen die een groot aantal applicaties integreren en veel verkeer verwerken, wordt u aanbevolen afzonderlijke Integration Broker-clusters voor het synchroniseren en starten in te stellen. Stel elk cluster in achter een load balancer. Deze instelling geeft u de flexibiliteit om het aantal instanties te verhogen op basis van uw specifieke behoeften. Bijvoorbeeld: als u vertragingen ondervindt vanwege een groot aantal gelijktijdige startacties, kunt u meer Integration Broker-instanties toevoegen aan het cluster dat wordt gebruikt voor het starten.
Voer de juiste load balancers in de velden Integration Broker voor synchronisatie en Integration Broker voor SSO in de verzameling van virtuele apps in.