Nadat u een lokale directory hebt gemaakt in de Workspace ONE Access-service, kunt u de bijbehorende instellingen op elk gewenst moment wijzigen.

U kunt de volgende instellingen wijzigen.
  • Wijzig de directorynaam.
  • Voeg of verwijder domeinen of wijzig hun naam.
    • De domeinnamen moeten uniek zijn voor alle directory's in de service.
    • Wanneer u een domeinnaam wijzigt, worden de gebruikers die waren gekoppeld aan het oude domein, gekoppeld aan het nieuwe domein.
    • De directory moet ten minste één domein hebben.
    • U kunt geen domein toevoegen aan de systeemdirectory of het systeemdomein verwijderen.
  • Voeg nieuwe gebruikerskenmerken toe of maak een bestaand kenmerk vereist of optioneel.
    • Als de lokale directory nog geen gebruikers heeft, kunt u nieuwe kenmerken toevoegen als optioneel of vereist en bestaande kenmerken wijzigen in vereist of optioneel.
    • Als u al gebruikers hebt gemaakt in de lokale directory, kunt u nieuwe kenmerken alleen toevoegen als optionele kenmerken en bestaande kenmerken wijzigen van vereist in optioneel. U kunt een optioneel kenmerk niet vereist maken nadat gebruikers zijn gemaakt.
    • De kenmerken Gebruikersnaam, Voornaam, Achternaam en E-mailadres zijn altijd vereist voor lokale directory's.
    • Omdat gebruikerskenmerken worden gedefinieerd op algemeen niveau in de Workspace ONE Access-service, worden alle nieuwe kenmerken die u toevoegt, weergegeven in alle directory's in de service.
  • Wijzig de volgorde waarin kenmerken worden weergegeven.

Procedure

  1. Klik op de tab Identiteits- en toegangsbeheer.
  2. Klik op de pagina Directory's op de directory die u wilt bewerken.
  3. Bewerk de instellingen voor de lokale directory.
    Optie Actie
    De directorynaam wijzigen
    1. Bewerk de directorynaam op het tabblad Instellingen.
    2. Klik op Opslaan.
    Een domein toevoegen, verwijderen of hernoemen
    1. Bewerk de lijst Domeinen op het tabblad Instellingen.
    2. Klik op het groene pluspictogram om een domein toe te voegen.
    3. Klik op het rode verwijderpictogram om een domein te verwijderen.
    4. Bewerk de domeinnaam in het tekstvak om de naam van een domein te wijzigen.
    Gebruikerskenmerken toevoegen aan de directory
    1. Klik op de tab Identiteits- en toegangsbeheer en klik vervolgens op Instellen.
    2. Klik op de tab Gebruikerskenmerken.
    3. Voeg kenmerken toe aan de lijst Andere kenmerken toevoegen om te gebruiken en klik op Opslaan.
    Een kenmerk vereist of optioneel maken voor de directory
    1. Klik op de tab Identiteits- en toegangsbeheer en klik vervolgens op de tab Directory's.
    2. Klik op de naam van de lokale directory en klik op de tab Gebruikerskenmerken.
    3. Schakel het selectievakje in naast een kenmerk om het vereist te maken of schakel het selectievakje uit om het kenmerk optioneel te maken.
    4. Klik op Opslaan.
    De volgorde van de kenmerken wijzigen
    1. Klik op de tab Identiteits- en toegangsbeheer en klik vervolgens op de tab Directory's.
    2. Klik op de naam van de lokale directory en klik op de tab Gebruikerskenmerken.
    3. Klik en sleep de kenmerken naar de nieuwe positie.
    4. Klik op Opslaan.