U kunt het installatieprogramma voor de Workspace ONE Access Connector op de achtergrond uitvoeren om de directorysynchronisatie-, gebruikersverificatie-, Kerberos-verificatie en virtuele-appservices vanaf de opdrachtregel en niet via de grafische gebruikersinterface te installeren. Installatie op de achtergrond is handig voor installaties op servers zonder grafische gebruikersinterface, voor installaties op meerdere servers met dezelfde installatie-instellingen of voor snelle nieuwe installaties op dezelfde server.
U kunt de installatie-instellingen in een XML-bestand definiëren en het bestand opgeven wanneer u het installatieprogramma op de achtergrond uitvoert. U kunt ook de installatie-instellingen rechtstreeks op de opdrachtregel invoeren.
Als u het installatieprogramma op de achtergrond wilt uitvoeren, voert u het uit met de opties /s /v /qn. Daarnaast moeten alle wachtwoorden op de opdrachtregel worden ingevoerd, ook als u een XML-bestand met installatie-instellingen gebruikt omdat wachtwoorden niet in het bestand zijn opgeslagen.
De installatie wordt op de achtergrond uitgevoerd. Er worden geen opties weergegeven en er is geen gebruikersinvoer vereist tijdens het installatieproces.