Met een lokale directory kunt u lokale gebruikers in de service inrichten en toegang geven tot specifieke applicaties zonder dat u deze aan uw bedrijfsdirectory hoeft toe te voegen.
Controleer en configureer de algemene gebruikerskenmerken voor de lokale directory. Zie
Een lokale directory maken in Workspace ONE Access.
Procedure
- Klik op de pagina in de Workspace ONE Access-console op Directory toevoegen.
- Selecteer Lokale gebruikersdirectory in het vervolgkeuzemenu.
- Op de pagina Lokale directory toevoegen voert u een directorynaam in en geeft u minimaal één domeinnaam op.
De domeinnaam moet uniek zijn voor alle directory's in de service.
- Klik op Opslaan.
- Klik op de pagina Directory's op de nieuwe directory.
- Klik op de tab Gebruikerskenmerken.
Alle kenmerken van de pagina
worden voor de lokale directory vermeld. Kenmerken die op de pagina Gebruikerskenmerken als vereist zijn aangeduid, worden ook als vereist weergegeven op de pagina van de lokale directory.
- Kenmerken voor de lokale directory aanpassen.
Belangrijk: De kenmerken Gebruikersnaam, Voornaam, Achternaam en E-mailadres zijn altijd vereist voor lokale directory's.
- Om een kenmerk vereist te maken, selecteert u het selectievakje naast de naam van het kenmerk.
- Om een kenmerk optioneel te maken, deselecteert u het selectievakje naast de naam van het kenmerk.
- Om de volgorde van de kenmerken te wijzigen, klikt u op een kenmerk en sleept u het naar de nieuwe locatie.
Als een kenmerk vereist is, moet u een waarde voor dat kenmerk opgeven wanneer u een lokale gebruiker maakt.
- Klik op Opslaan.
Volgende stappen
Koppel de lokale directory aan de identiteitsprovider die u wilt gebruiken om de gebruikers in de directory te verifiëren.