U moet een toestel inschrijven voordat u het kunt beheren met Workspace ONE UEM. Er zijn meerdere paden voor inschrijving, elk pad met opties.
Voordat u begint met het inschrijvingsproces, moet u iets begrijpen over de organisatiegroep (OG) op het hoogste niveau, algemeen bekend als Globaal. Er zijn verschillende redenen waarom het inschrijven van toestellen rechtstreeks bij Globaal geen goed idee is. Deze redenen zijn multitenancy, overnemen van rechten en functionaliteit.
Multitenancy
U kunt zo veel onderliggende organisatiegroepen maken als u nodig hebt en elke groep onafhankelijk van de andere configureren. Instellingen die u toepast op een onderliggende organisatiegroep hebben geen gevolgen voor andere organisatiegroepen op hetzelfde niveau.
Overnemen
Wijzigingen aan een bovenliggende organisatiegroep worden overgenomen door de daaronder gelegen organisatiegroepen. Wijzigingen die aan een onderliggende organisatiegroep worden aangebracht, hebben echter geen gevolgen voor de bovenliggende organisatiegroep of andere organisatiegroepen op hetzelfde niveau.
Functionaliteit
Er zijn instellingen en er is functionaliteit die alleen kunnen worden geconfigureerd voor organisatiegroepen van het type Klant. Hiertoe behoren bescherming tegen wissen, telecom en persoonlijke inhoud. Toestellen die direct worden toegevoegd aan de bovenste globale organisatiegroep worden uitgesloten van deze instellingen en functionaliteit.
De organisatiegroep Globaal is ontworpen om klantorganisatiegroepen en andere organisatiegroepen erin te plaatsen. Vanwege de manier waarop overnemen werkt, zijn er ook gevolgen voor alle onderliggende klantorganisatiegroepen als u toestellen toevoegt aan Globaal, en Globaal configureert met instellingen die van invloed zijn op die toestellen. Hiermee worden de voordelen van multitenancy en overnemen ondermijnt.
Toestellen inschrijven met de Workspace ONE Intelligent Hub is de primaire optie voor Android-, iOS- en Windows-toestellen in Workspace ONE Express en Workspace ONE UEM.
Download en installeer de Workspace ONE Intelligent Hub van de Google Play Store (voor Android-toestellen) of van de App Store (voor Apple-toestellen).
Voor het downloaden van Workspace ONE Intelligent Hub via een publieke App Store heeft u een Apple ID of een Google-account nodig.
Windows 10-toestellen moeten de standaardbrowser op het toestel verwijzen naar https://getwsone.com om de hub te downloaden.
Voer de Workspace ONE Intelligent Hub uit na het downloaden of keer terug naar uw browsersessie.
Belangrijk: Om ervoor te zorgen dat Workspace ONE Intelligent Hub correct op uw Android-toestel wordt geïnstalleerd en goed functioneert, dient het toestel tenminste 60 MB aan ruimte beschikbaar hebben. U kunt CPU en Run Time Memory op appbasis toewijzen op het Android-platform. Als een applicatie meer resources gebruikt dan zijn toegewezen, wordt deze applicatie op Android-toestellen automatisch gesloten.
Voer uw e-mailadres in wanneer u daarom wordt gevraagd. De Workspace ONE console controleert of uw adres aan de omgeving is toegevoegd. In dat geval bent u al als eindgebruiker bekend en is er al een organisatiegroep aan u toegewezen.
Als de Workspace ONE console op basis van uw e-mailadres geen inloggegevens voor u kan vinden, wordt u gevraagd om uw Server, Groeps-ID en Inloggegevens in te voeren. Uw beheerder kan u voorzien van de omgevings-URL en groeps-ID.
Rond de inschrijving af door de resterende vragen te beantwoorden. U kunt uw e-mailadres gebruiken in plaats van uw gebruikersnaam. Als twee gebruikers hetzelfde e-mailadres hebben, mislukt de inschrijving.
Het toestel is nu ingeschreven bij de Workspace ONE Intelligent Hub-app. Op het tabblad Samenvatting van het Detailoverzicht voor toestellen voor dit toestel wordt in het beveiligingspaneel 'Hub geregistreerd' weergegeven om deze inschrijfmethode aan te geven.
Raadpleeg Toestelgegevens voor meer informatie.
Workspace ONE UEM maakt het inschrijvingsproces eenvoudig door gebruik te maken van een automatisch detectiesysteem via e-mail om toestellen in uw omgeving en organisatiegroepen van het klanttype in te schrijven. Automatische ontdekking kan ook gebruikt worden om eindgebruikers in staat te stellen om zich aan te melden in het selfserviceportal (SSP).
N.B: Om automatische ontdekking in te schakelen voor omgevingen op locatie, moet u ervoor zorgen dat uw omgeving kan communiceren met de Autodiscovery-servers van Workspace ONE UEM.
De server controleert of het e-maildomein uniek is, aangezien een e-maildomein slechts voor één organisatiegroep in één omgeving geregistreerd mag zijn. Vanwege deze servercontrole moet u uw domein bij de hoogste organisatiegroep van het type Klant registreren.
Automatische ontdekking wordt automatisch geconfigureerd voor nieuwe SaaS-klanten.
Inschrijving via automatische ontdekking maakt de procedure voor het inschrijven van toestellen in organisatiegroepen (OG) van het type Klant eenvoudiger doordat e-mailadressen van eindgebruikers worden gebruikt. Configureer automatische ontdekking en inschrijving vanuit een organisatiegroep van het type Klant door de volgende stappen te volgen.
Wat moet ik hierna doen? Geef eindgebruikers die zich inschrijven de instructie dat zij ter verificatie hun e-mailadres moeten invoeren in plaats van een omgevings-URL en groeps-ID. Wanneer gebruikers toestellen inschrijven met een e-mailadres, worden ze ingeschreven in dezelfde groep als die wordt vermeld in de Inschrijvingsorganisatiegroep van het gekoppelde gebruikersaccount.
In bepaalde unieke gevallen kunt u het inschrijvingsproces aanpassen in Workspace ONE UEM voor specifieke organisaties en implementaties. Voor alle overige inschrijvingsopties hebben eindgebruikers de inloggegevens nodig die staan beschreven in de sectie Benodigde informatie in deze handleiding.