Toestelinschrijvingen, het toewijzen van e-mailprofielen aan toestellen en wijzigingen in de confirmiteitsstatus van toestellen hebben invloed. MEM-configuraties worden aan toestellen toegewezen op basis van de op de toestellen aanwezige EAS-profielen. Het netwerkbeleid van ActiveSync-profielen van het type ‘Beheerd’ en ‘Verplichten’ zorgt ervoor dat onbeheerde en handmatige configuraties geblokkeerd blijven worden.

Toestellen met een profiel voor Exchange ActiveSync (EAS)

Als een toestel met een EAS-profiel aan een bepaalde MEM-configuratie wordt gekoppeld, stuurt Workspace ONE UEM beleidupdates naar die betreffende MEM-configuratie. Deze functie voorziet in migraties en meerdere MEM-configuraties met een of meer beheerde e-mailomgevingen.

Ongeacht welk e-mailprogramma wordt gebruikt, moeten alle toestellen in een Google MEM-model een EAS-profiel hebben. Voor nieuwe installaties is het koppelen van een EAS-profiel aan een MEM-configuratie verplicht. In geval van upgrades moet een beheerder een EAS-profiel aan de MEM-configuratie koppelen zodra de upgrade voltooid is.

Met SEG-proxy geïntegreerd

Wanneer een toestel zich inschrijft, stuurt Workspace ONE UEM een melding naar alle MEM-configuraties van de organisatiegroep waarin het toestel zich heeft ingeschreven. Dit bericht geeft de nalevingsstatus van het toestel aan. Wanneer het netwerkbeleid wordt gewijzigd, wordt er een update gestuurd. Wanneer het toestel verbinding maakt met een van de SEG-servers, herkent de SEG het toestel dankzij de eerder verzonden melding. De SEG-proxy meldt dit toestel dan bij VMware AirWatch aan als een ontdekt toestel. Workspace ONE UEM koppelt het toestel dan aan de MEM-configuratie voor SEG, waarna het toestel op het e-maildashboard wordt weergegeven.

Als er meerdere SEG-servers gebruikmaken van loadbalancing, zullen enkele beleidsmeldingen maar op één SEG van toepassing zijn. Hieronder vallen ook berichten van de Workspace ONE UEM console naar de SEG bij inschrijving, beleidsovertreding of correctie. Gebruik Delta-synchronisatie met een vernieuwingsinterval van tien minuten om nieuw ingeschreven of recent weer conforme toestellen te ondersteunen. Deze toestellen krijgen een wachttijd van tien minuten voordat e-mail begint te synchroniseren.

Voordelen:

  • Bijgewerkte netwerkregels van dezelfde API-bron voor alle SEG-servers.
  • Minder impact op de prestatie van de API-server.
  • Minder complexe implementatie of onderhoud vergeleken met het SEG-clustermodel.
  • Minder zwaktepunten, omdat elke SEG verantwoordelijk is voor zijn eigen netwerkregels.
  • Verbeterde gebruikerservaring.
Met PowerShell geïntegreerd

PowerShell MEM-configuraties krijgen op dezelfde manier beleidsupdates als SEG. Als u naar PowerShell migreert, moeten nieuwe profielen aan de PowerShell MEM-configuratie worden gekoppeld. Het koppelen van een nieuw profiel voorkomt onnodige communicatie met de vorige MEM-configuratie.

Met Gmail geïntegreerd

Profielen zijn verplicht voor dit implementatietype, behalve wanneer er met Directory-API's van Google wordt geïntegreerd. Tenzij de toestellen met een profiel zijn ingericht, zal de Gmail-implementatie toestellen niet identificeren en daarom niet beheren.

Toestellen synchroniseren

Gebruik MEM om toestellen te synchroniseren die aan een organisatiegroep zijn gekoppeld.

Zodra u een omgeving met Mobiel e-mailbeheer (MEM) hebt geconfigureerd, worden de toestellen binnen de daaraan gekoppelde organisatiegroep met de MEM-omgeving gesynchroniseerd. U kunt de details en de status van de verschillende toestellen bekijken op de pagina E-maildashboard van de Workspace ONE UEM console.

Welke toestellen op het dashboard verschijnen hangt af van het implementatiemodel dat van toepassing is op de desbetreffende toestellen.
  • SEG Proxy - Toestellen die met de SEG-proxy worden beheerd verschijnen op het dashboard zodra de SEG-proxy meldt dat het toestel verbonden en beheerd is.
  • PowerShell - Toestellen die met PowerShell worden beheerd verschijnen op het dashboard zodra Workspace ONE UEM een PowerShell cmdlet stuurt, zodat het toestel toestemming krijgt verbinding met e-mail te maken.
  • Gmail - Toestellen die met Gmail worden beheerd verschijnen op het dashboard zodra het Workspace ONE UEM EAS-profiel voor het toestel in de wachtrij wordt gezet.

Het e-maildashboard geeft de volgende statussen weer:

  • Beheerd toegewezen - Ingeschreven toestellen met een geïdentificeerde memConfigID.
  • Beheerd niet toegewezen - Ingeschreven toestellen waarvan de memConfigID nog niet geïdentificeerd is via een toegewezen profiel of via automatische ontdekking.
  • Onbeheerd ontdekt - Toestellen die nog niet in Workspace ONE UEM ingeschreven zijn en een specifieke MEM-configuratie binnen de organisatiegroep heeft ze ontdekt.