Wanneer gebruikers hun apparaten registreren, worden regelmatig voorbeelden verzonden met gegevens die worden gebruikt om de compliance te evalueren. De evaluatie van deze voorbeeldgegevens zorgen ervoor dat het apparaat voldoet aan de complianceregels die door de beheerder zijn ingesteld in de AirWatch-console. Als een apparaat niet meer aan de compliance voldoet, worden de acties uitgevoerd die in de AirWatch-console zijn geconfigureerd.

De VMware Identity Manager-service bevat een optie voor toegangsbeleid die kan worden geconfigureerd om de AirWatch-server te controleren op de status van de apparaatcompliance wanneer gebruikers zich via het apparaat aanmelden. De compliancecontrole zorgt ervoor dat gebruikers zich niet kunnen aanmelden bij een applicatie en geen Single Sign-On in de Workspace ONE-portal kunnen gebruiken wanneer de compliancestatus van het apparaat niet in orde is. Wanneer het apparaat weer aan compliance voldoet, wordt de mogelijkheid om zich aan te melden weer hersteld.

De applicatie Workspace ONE meldt zich automatisch af en blokkeert de toegang tot de applicaties wanneer het apparaat wordt gehackt. Als het apparaat is geregistreerd via adaptief beheer, verwijdert een wisopdracht op bedrijfsniveau die wordt gegeven via de AirWatch-console, de registratie en de beheerde applicaties van het apparaat. Niet beheerde applicaties worden niet verwijderd.

Zie de gids VMware AirWatch Mobile Device Management die beschikbaar is op de website AirWatch Resources voor meer informatie over het compliancebeleid van AirWatch.