Gebruikers hebben toegang tot hun apps en kunnen web-, mobiele en virtuele apps installeren waarvoor zij rechten hebben. Web- en virtuele apps kunnen direct vanuit de gebruikersportal worden geopend. Systeemeigen apps, zoals iOS- en Android-apps, worden vanaf het startscherm van het apparaat gestart.

De indeling van de cataloguspagina die u in Hub Services heeft geconfigureerd, wordt weergegeven wanneer gebruikers de Workspace ONE Intelligent Hub-app op apparaten of in de Hub-portalweergave openen.

In de weergave van de Workspace ONE Intelligent Hub-app worden apps of categorieën die u heeft geselecteerd om te promoten, bovenaan de weergave van het paneel Apps weergegeven. Nieuwe apps worden in de sectie met nieuwe apps weergegeven. Wanneer apps in logische categorieën zijn ingedeeld, worden deze categorieën weergegeven. De tabbladen Mensen, Meldingen en Ondersteuning vindt u in het navigatiedeelvenster.

Opmerking: Apps en desktops van Horizon Cloud Service in Microsoft Azure met Universal Broker zijn niet beschikbaar voor een Workspace ONE Access-tenant waarvoor VMware Identity Services is ingeschakeld. Zie het onderwerp Niet-ondersteunde Workspace ONE-functies in de handleiding Gebruikersprovisioning en identiteitsfederatie configureren met VMware Identity Services.
Figuur 1. Workspace ONE Intelligent Hub op een toestel
Screenshot van Workspace ONE Intelligent Hub met favorieten op een toestel

In de Workspace ONE Intelligent Hub-weergave van een browser staan de navigatietabbladen bovenaan de pagina samen met de zoekbalk om naar een app te zoeken. Als u Favorieten heeft ingeschakeld, wordt het tabblad Favorieten weergegeven vóór het tabblad Apps.

Figuur 2. Weergave van Workspace ONE Intelligent Hub Web-portal
Weergave van Workspace ONE Intelligent Hub Web-portal