U kunt BMC BladeLogic integreren met vRealize Automation om BMC BladeLogic-softwaretaken te implementeren op machines die zijn ingericht door vRealize Automation. U kunt aangepaste eigenschappen gebruiken om te bepalen of deze taken per machine kunnen worden geselecteerd door een aanvrager of dat ze beschikbaar zijn voor alle machines die met een bepaalde blueprint worden ingericht.
Hier volgt een algemeen overzicht van vereisten voor het integreren van BMC BladeLogic Configuration Manager met vRealize Automation:
De systeembeheerder controleert of BMC BladeLogic Operations Manager 7.6.0.115 of BMC Server Automation Console 8.2 en de EPI-agent (External Provisioning Integration) op dezelfde host zijn geïnstalleerd.
De systeembeheerder moet het PowerShell-uitvoeringsbeleid instellen op RemoteSigned. Zie Het PowerShell-uitvoeringsbeleid instellen op RemoteSigned.
De systeembeheerder moet minimaal één EPI-agent installeren. Zie Een EPI-agent installeren voor BMC BladeLogic.
De systeembeheerder voert een configuratie uit om te bepalen hoe de softwaretaken worden geïmplementeerd. Zie BMC BladeLogic integreren.
Een tenantbeheerder of bedrijfsgroepbeheerder maakt een blueprint waarmee de softwaretaken kunnen worden geïmplementeerd. Zie BMC BladeLogic-blueprints maken.