U kunt bepaalde endpointtypen onder bepaalde voorwaarden verwijderen.
- U kunt endpoints waarvoor geen gegevens zijn verzameld verwijderen.
- U kunt een OpenStack-, Amazon- of VRO-endpoint verwijderen als er gegevens voor zijn verzameld, maar er geen reserveringen voor bestaan. Andere typen endpoints kunnen niet worden verwijderd als er gegevens voor zijn verzameld.
- U kunt een IPAM-endpoint van derden verwijderen als er geen associatie naar een netwerkprofiel voor bestaat.
-
Wanneer een vSphere-endpoint wordt verwijderd, worden in de bevestigingsprompt de volgende afhankelijkheden gemeld:
- Voor het endpoint zijn gegevens verzameld.
- Naar het endpoint wordt verwezen in een reservering die is toegewezen aan een computerbron. U kunt een endpoint waarnaar wordt verwezen in een reservering niet verwijderen. Voor reserveringen is een computerbron vereist.
- Het endpoint bevat een sjabloon waarnaar wordt verwezen in een bestaande blueprint.
De blueprint wordt niet verwijderd wanneer u het endpoint verwijdert.
- Het endpoint wordt gebruikt door virtual machines die in gebruik zijn.
- U kunt endpoints via een programma verwijderen door ofwel de nieuwe REST API's CREATE, EDIT en DELETE van de vRealize Automation- endpointconfiguratieservice te gebruiken die zijn geïntroduceerd in vRealize Automation 7.3 of door vRealize CloudClient te gebruiken. U kunt geen endpoints verwijderen via de REST API's voor de endpointconfiguratieservice van versies ouder dan vRealize Automation 7.3.