Houd rekening met de juiste procedures bij het starten of afsluiten van vRealize Automation.

De aanbevolen manier om de vRealize Automation-onderdelen af te sluiten en te starten, is het gebruik van de functies Uitschakelen en Inschakelen die beschikbaar zijn in de sectie Levenscyclusacties > Omgevingen van vRealize Suite Lifecycle Manager. In de volgende procedures worden handmatige methoden beschreven om de vRealize Automation-onderdelen af te sluiten en te starten voor het geval vRealize Suite Lifecycle Manager om een bepaalde reden niet beschikbaar is.

vRealize Automation afsluiten

Om de gegevensintegriteit te behouden, moet u de vRealize Automation-services afsluiten voordat u de virtual appliances uitschakelt. Met SSH of VMRC kunt u alle knooppunten afsluiten of starten vanuit elke afzonderlijke appliance.

Opmerking: Vermijd voor zover mogelijk het gebruik van vracli reset vidm-opdrachten. Met deze opdracht worden alle configuraties van Workspace ONE Access opnieuw ingesteld en wordt de koppeling tussen gebruikers en ingerichte resources verbroken.
  1. Meld u via SSH of VMRC aan bij de console van een vRealize Automation-appliance.
  2. Als u de vRealize Automation-services op alle clusterknooppunten wilt afsluiten, voert u de volgende reeks opdrachten uit.
    Opmerking: Als u deze opdrachten kopieert en de uitvoering ervan mislukt, plakt u ze eerst in Kladblok en kopieert u ze vervolgens terug voordat u ze uitvoert. Met deze procedure worden eventueel verborgen tekens en andere artefacten uit de documentatiebron verwijderd.
    /opt/scripts/deploy.sh --shutdown 
  3. Sluit de vRealize Automation-appliances af.

Uw vRealize Automation-implementatie is nu afgesloten.

vRealize Automation starten

Na een niet-geplande afsluiting, een gecontroleerde afsluiting of een herstelprocedure, moet u vRealize Automation-onderdelen in een specifieke volgorde opnieuw starten. vRLCM is een niet-kritisch onderdeel, dat u op elk gewenst moment kunt starten. De onderdelen van VMware Workspace ONE Access, voorheen VMware Identity Management, moeten worden gestart voordat u vRealize Automation start.

Opmerking: Controleer of relevante load balancers worden uitgevoerd voordat u de vRealize Automation-onderdelen start.
  1. Schakel alle vRealize Automation-appliances in en wacht totdat deze zijn gestart.
  2. Meld u via SSH of VMRC aan bij de console van een appliance en voer de volgende opdracht uit om de services op alle knooppunten te herstellen.
    /opt/scripts/deploy.sh
  3. Gebruik de volgende opdracht om te controleren of alle services worden uitgevoerd.
    kubectl get pods --all-namespaces
    Opmerking: U moet drie instanties van elke service zien, met de status Actief of Voltooid.

    Wanneer all services de status Actief of Voltooid hebben, is vRealize Automation klaar voor gebruik.

vRealize Automation opnieuw starten

U kunt alle vRealize Automation-services centraal opnieuw starten vanaf een van de appliances in uw cluster. Volg de voorgaande instructies om vRealize Automation af te sluiten en gebruik vervolgens de instructies om vRealize Automation te starten. Voordat u vRealize Automation opnieuw start, controleert u of alle toepasselijke onderdelen voor de load balancer en VMware Workspace ONE Access worden uitgevoerd.

Wanneer alle services de status Actief of Voltooid hebben, is vRealize Automation klaar voor gebruik.

Voer de volgende opdracht uit om te controleren of alle services worden uitgevoerd:

kubectl -n prelude get pods