Service Broker is de vereenvoudigde gebruikersinterface die cloudbeheerders beschikbaar maken voor gebruikers wanneer de teams van de beheerder geen volledige toegang nodig hebben om sjablonen te ontwikkelen en te bouwen.

U gebruikt Service Broker om sjablonen te implementeren in cloudregio's of gegevensopslagruimten die aan projecten zijn gekoppeld.


Diagram van servicecatalogusonderdelen en -interacties

Om de sjablonen te bieden, configureert de cloudbeheerder inhoudsbronnen. De inhoudsbronnen kunnen Cloud Assembly-sjablonen en Amazon CloudFormation-sjablonen zijn. De geïmporteerde sjablonen worden catalogusitems.

  • De inhoudsbronnen hebben rechten voor projecten. Projecten koppelen een set gebruikers aan een of meer doelregio's van de cloudzone of gegevensopslagruimten.
  • Bijvoorbeeld: GebruikerA is lid van ProjectA en ProjectB, maar niet van ProjectC. Zij ziet alleen de geïmporteerde sjablonen waarvoor rechten zijn verleend aan ProjectA en ProjectB.

Wanneer gebruikers een catalogusitem aanvragen, is waar dit wordt geïmplementeerd, afhankelijk van het geselecteerde project. Projecten kunnen een of meer cloudzones hebben.

  • Als GebruikerA en GebruikerB lid zijn van ProjectA, zien zij de geïmporteerde sjablonen als catalogusitems. En tijdens het implementeren kunnen zij naar ProjectA implementeren, wat bepaalt in welke cloudregio's of gegevensopslagruimten het catalogusitem wordt geïmplementeerd.

De beschikbaarheid van de catalogusitems wordt bepaald door het lidmaatschap van projecten. Projecten koppelen gebruikers, catalogusitems en cloudresources waar de items worden geïmplementeerd.

Na een geslaagde aanvraag kunnen uw gebruikers vervolgens hun implementaties beheren door acties uit te voeren, zoals negeren of verwijderen.