Voordat u een Terraform-configuratie aan een Automation Assembler-sjabloon toevoegt, moet u uw opslagplaats voor versiebeheer instellen en integreren.
Vereisten
Om Terraform-bewerkingen uit te voeren met het VMware Aria Automation-product op locatie hebt u de Terraform-runtime-integratie nodig. Zie Een Terraform-runtimeomgeving voor Automation Assembler voorbereiden.
Terraform-configuratiebestanden opslaan in een opslagplaats voor versiebeheer
Automation Assembler ondersteunt de volgende opslagplaatsen voor versiebeheer voor Terraform-configuraties.
- GitHub-cloud, GitHub Enterprise op locatie
- GitLab-cloud, GitLab Enterprise op locatie
- Bitbucket op locatie
Maak in uw opslagplaats voor versiebeheer een standaarddirectory met één laag subdirectory's, elk met Terraform-configuratiebestanden. Maak één subdirectory per Terraform-configuratie.
- Standaarddirectory
- Laag met één subdirectory
- Terraform-configuratiebestanden die klaar zijn voor implementatie
Neem geen Terraform-statusbestand op in configuratiebestanden. Als
terraform.tfstateaanwezig is, treden er fouten op tijdens de implementatie.
Cloudzonetoewijzing inschakelen
Als u gaat implementeren naar een publieke cloud, heeft de Terraform-runtime-engine de verificatiegegevens van de cloudzone nodig.
In het tabblad Provisioning van het project schakelt u Terraform-cloudzonetoewijzing toestaan in.
Hoewel verificatiegegevens veilig worden verzonden, moet u voor extra beveiliging de optie gedeactiveerd laten als projectgebruikers geen implementatie hoeven uit te voeren in een cloudaccount.
Integreer uw opslagplaats met Automation Assembler
Ga in Automation Assembler naar .
Voeg een integratie toe aan het aanbodtype voor de opslagplaats waar u de Terraform-configuraties hebt opgeslagen: GitHub, GitLab of Bitbucket.
Wanneer u uw project aan de integratie toevoegt, selecteert u het type Terraform-configuraties en identificeert u de opslagplaats en de vertakking.
Map is de standaarddirectory van uw eerdere structuur.
