VMware PKS/ Tanzu Kubernetes Grid Integrated Edition-integratie configureren in Automation Assembler

U kunt een VMware PKS-integratie, ook een Tanzu Kubernetes Grid Integrated Edition-integratie (TKGi) genoemd, op locatie en in de cloud configureren om de mogelijkheden voor Kubernetes-integratie en -beheer in Automation Assembler te ondersteunen.

Met TKGI-integraties kunt u TKGI-instanties op locatie en in de cloud beheren, en Kubernetes-clusters die zijn ingericht op TKGI- en externe clusters. U moet een Kubernetes-profiel maken en dit koppelen aan een project ter ondersteuning van de plaatsing van resources op basis van beleid.

Voorwaarden

• U moet een geschikte geconfigureerde TKGI-server hebben ingesteld met UAA-verificatie.
• Controleer of u over cloudbeheerdersreferenties beschikt. Zie Wat zijn de VMware Aria Automation-gebruikersrollen voor meer informatie.

Procedure

1. Selecteer Infrastructuur > Verbindingen > Integraties en klik op Integratie toevoegen.
2. Selecteer VMware PKS.
3. Voer het IP-adres of de FQDN en het TKGI-adres in voor het TKGI-cloudaccount dat u maakt.
   • Het IP-adres is de FQDN of het IP-adres van de TKGI-gebruikersverificatieserver.
   • Het TKGI-adres is de FQDN of het IP-adres voor de primaire TKGI-server.
4. Selecteer of deze TKGI-server lokaal is of zich in de openbare cloud of in een privécloud bevindt.
5. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord voor de TKGI-server en andere gerelateerde informatie in.
6. Voer geschikte CA-certificaatinformatie in. Deze moet het pks_tls-certificaat specificeren waarmee de toegang tot het PKS/TKGI API-eindpunt wordt beveiligd. U kunt een certificaatautoriteit invoeren in het certificaatpad. Het certificaat van de TKGI API-service wordt gebruikt om toegang tot het TKGI API-eindpunt te beveiligen.
7. Als u tags nodig hebt om een tagstrategie te ondersteunen, voert u capaciteitstags in. Zie Tags gebruiken om Automation Assembler-resources en -implementaties te beheren en Een tagstrategie maken.
8. Klik op Toevoegen.

resultaten

U kunt Kubernetes-zones maken en deze toewijzen aan een project, of u kunt externe Kubernetes-clusters detecteren en deze clusters toewijzen aan projecten. Daarnaast kunt u Kubernetes-naamruimten toevoegen of maken die het beheer van clusters tussen grote groepen en organisaties mogelijk maken.

Volgende stappen

Maak of selecteer de betreffende Kubernetes-zones, selecteer vervolgens een of meer clusters of naamruimten en wijs deze toe aan een project. Daarna kunt u cloudsjablonen maken en publiceren om gebruikers de mogelijkheid te geven om selfservice-implementaties te genereren die gebruikmaken van Kubernetes.