Wanneer u niet wilt vereisen dat gebruikers hun domein selecteren voordat ze zich aanmelden, kunt u de domeinaanvraagpagina verbergen. Vervolgens kiest u een unieke ID om gebruikers in uw organisatie te onderscheiden.
Wanneer gebruikers zich aanmelden, wordt een pagina geopend waarin gebruikers worden gevraagd hun unieke ID in te voeren. Workspace ONE Access probeert de gebruiker te vinden in de interne database. Wanneer de Workspace ONE Access-service de ID opzoekt, bevat de gevonden informatie tevens het domein waarbij de gebruiker hoort. De verificatiepagina die wordt weergegeven, is gebaseerd op de toegangsbeleidsregels voor dat domein.
De unieke ID kan de gebruikersnaam, het e-mailadres, de UPN of de werknemer-ID zijn. U selecteert de te gebruiken ID op de pagina Identiteits- en toegangsbeheer > Voorkeuren. Het kenmerk voor de unieke ID moet worden toegewezen op de pagina Gebruikerskenmerken en worden gesynchroniseerd vanuit Active Directory.
Als meerdere gebruikers worden gevonden die overeenkomen met de ID en geen unieke gebruiker kan worden bepaald, wordt een foutbericht weergegeven. Als geen gebruiker is gevonden, wordt de lokale aanmeldpagina voor gebruikers weergegeven om mogelijke aanvallen met gebruikersnaaminventarisatie te voorkomen.