De volgende profielinstellingen en opties zijn van toepassing op de meeste platforms onder Workspace ONE UEM en u kunt ze gebruiken als een algemene richtlijn. Er zijn echter een aantal platformen die andere keuzemogelijkheden kunnen hebben. Deze stappen en instellingen zijn op elk profiel van toepassing.
Navigeer naar Resources > Profielen en uitgangswaarden > Profielen > Toevoegen.
U kunt uit de volgende opties kiezen om een profiel toe te voegen.
Selecteer Profiel toevoegen.
Selecteer het platform voor het profiel dat u wilt implementeren.
Afhankelijk van het platform kunnen de instellingen voor de nettolading variëren.
Vul de instellingen op het tabblad Algemeen als volgt in.
Instelling | Beschrijving |
---|---|
Naam | Naam van het profiel dat in de Workspace ONE UEM-console moet worden weergegeven. |
Versie | Dit is een informatief veld waar de huidige versie van het profiel weergegeven wordt zoals bepaald door de optie Versie toevoegen. |
Beschrijving | Een korte omschrijving van het profiel waarin het doel beschreven wordt. |
OEM-instellingen (alleen Android) | Schakel deze in om profielen te configureren die specifiek zijn voor Zebra- en Samsung-toestellen. Wanneer ze zijn ingeschakeld, worden de profielen aangegeven met een Knox-symbool om beschikbare instellingen aan te duiden die specifiek zijn voor Knox. Er worden twee nieuwe profielen weergegeven: Datum/tijd en APN en deze zijn specifiek voor Knox. Deze optie is alleen zichtbaar bij het configureren van Android-profielen. |
Selecteer OEM (alleen Android) | Selecteer de OEM Samsung of Zebra. Deze optie is alleen zichtbaar bij het configureren van Android-profielen. |
Implementatie | Bepaalt of het profiel automatisch wordt verwijderd na uitschrijving (niet van toepassing op Android-profielen). |
- Beheerd – Het profiel wordt verwijderd. | |
- Handmatig – Het profiel blijft geïnstalleerd totdat het door de eindgebruiker wordt verwijderd. | |
Profielbereik (alleen Android of Windows Rugged) | Bepaalt hoe het profiel wordt gebruikt. Selecteer een van de volgende. |
- Productie – Het profiel moet worden gebruikt als onderdeel van productprovisioning. | |
- Voorbereide inrichting – Het profiel moet worden gebruikt in configuraties voor voorbereide inrichting. | |
- - Beide – Het profiel moet zowel worden gebruikt voor voorbereide inrichting als provisioning. | |
Toewijzingstype | Bepaalt hoe het profiel naar toestellen geïmplementeerd wordt. |
- Automatisch – Het profiel wordt naar alle toestellen gepusht. | |
- Optioneel – De eindgebruiker kan het profiel indien gewenst vanaf het Selfservice-portaal (SSP) installeren of het kan door de beheerder op individuele toestellen geïmplementeerd worden. Eindgebruikers kunnen ook profielen installeren die web-applicaties vertegenwoordigen door middel van een webclip of een bladwijzerlading. En u kunt de lading vanuit de applicatiecatalogus installeren door hem zo te configureren dat hij daar wordt weergegeven. |
|
- Interactief – (Niet van toepassing op iOS of Android). Dit is een uniek profieltype dat eindgebruikers installeren met de Selfservice-portaal. Eenmaal geïnstalleerd, communiceren deze speciale profielen met externe systemen om gegevens te genereren die naar toestellen moeten worden verzonden. Deze optie is uitsluitend beschikbaar als die is ingeschakeld in Groepen en instellingen > Alle instellingen > Toestellen en gebruikers > Geavanceerd > Profielopties. | |
- Netwerkbeleid – Het profiel wordt door de beleidsengine toegepast op het toestel wanneer de gebruiker geen correctieve actie onderneemt om zijn toestel conform het netwerkbeleid te laten werken. Raadpleeg Profielen voor netwerkbeleid voor meer informatie. | |
Verwijdering toestaan | (Uitsluitend iOS 7 en ouder) Bepaalt of de eindgebruiker het profiel kan verwijderen. |
- Altijd – De eindgebruiker kan het profiel te allen tijde handmatig verwijderen. | |
- Met toestemming – De eindgebruiker kan het profiel met toestemming van de beheerder verwijderen. Als u deze optie selecteert, wordt er een invoerveld voor een Wachtwoord weergegeven. | |
- Nooit – De eindgebruiker mag het profiel niet van het toestel verwijderen. | |
Beheerd door | De organisatiegroep waaronder beheerders toegang tot het profiel hebben. |
Toegewezen groepen | De groep waar u het toestelprofiel aan toe wilt voegen. Dit bevat ook een optie om een nieuwe smart group te creëren die geconfigureerd kan worden met specificaties voor minimaal besturingssysteem, toestelmodellen, eigendomscategorieën, organisatiegroepen en meer. Hoewel Platform een criterium in een smart group is, zal het platform dat in het toestelprofiel of netwerkbeleid geconfigureerd is altijd voorrang hebben op het platform in de smart group. Bijvoorbeeld: Als een toestelprofiel voor het iOS-platform gecreëerd is, zal het profiel alleen toegewezen worden aan iOS-toestellen ook al zijn er ook Android-toestellen in de smart group. |
Uitsluitingen | Als Ja wordt geselecteerd, wordt er een nieuw tekstvak genaamd Uitgesloten groepen weergegeven. Hier kunt u de groepen selecteren die u wilt uitsluiten van de toewijzing van het toestelprofiel. |
Toesteltoewijzing bekijken | Nadat u een Toegewezen groep heeft geselecteerd, kunt u een lijst met alle toestellen bekijken waaraan deze groep wordt toegewezen, rekening houdend met de toewijzingen en uitsluitingen. |
Aanvullende toewijzingscriteria | Met deze keuzevakjes kunt u aanvullende beperkingen op het profiel plaatsen. |
- Alleen installeren op toestellen binnen de geselecteerde gebieden. – Maak een "gebied van profielinstallatie" aan door een adres en een radius in kilometer of mijl in te voeren. Zie Geofencing-gebieden voor meer informatie. | |
- Planning inschakelen en alleen gedurende de geselecteerde tijdsperioden installeren – Stel een tijdsschema vast zodat toestellen het profiel alleen binnen die perioden ontvangen. Als u voor deze optie kiest, wordt er een vereist veld genaamd Toegewezen schema’s weergegeven. Raadpleeg Tijdschema's voor meer informatie. | |
Datum verwijdering | De datum in de toekomst, wanneer het profiel van het toestel wordt verwijderd, geformatteerd als MM/DD/YYYY. |
Configureer een Nettolading voor het toestelplatform. U kunt naar een datalading zoeken op naam door trefwoorden in te voeren in het tekstvak Datalading zoeken boven de lijst met dataladingen.
Voor stapsgewijze instructies voor het configureren van een specifieke Nettolading voor een bepaald platform, verwijzen wij u naar de toepasselijke Platformhandleiding, beschikbaar op docs.vmware.com.
Klik op Opslaan en publiceren.
Hoofdonderwerp: Toestelprofielen