Vanaf de releases van Hub Services Cloud van augustus 2020 en Workspace ONE UEM 2008 wordt het beheer van de Workspace ONE UEM Hub-catalogusinstellingen verplaatst naar de Hub Services-console.

U kunt uw Workspace ONE UEM Hub-catalogusinstellingen migreren naar de Hub-catalogusinstellingen in de Hub Services-console. Toegang van gebruikers tot hun Hub-catalogus via Workspace ONE Intelligent Hub wordt niet onderbroken.

Tijdens de migratie worden UEM-appcatalogusinstellingen voor uw klantorganisatiegroep gemigreerd naar Hub Services en worden deze de algemene niveau-instellingen voor de Hub-appcatalogus. Hub-sjablonen worden gemaakt voor alle onderliggende organisatiegroepen met verschillende instellingen van uw klantorganisatiegroepsinstellingen. De Hub-sjablonen worden toegewezen aan UEM-smartgroups op basis van de gebruikerstoewijzing in de organisatiegroep.

Als u uw Workspace ONE UEM Hub-catalogusinstellingen niet wilt migreren, kunt u ervoor kiezen om de migratieoptie in de Hub Services-console te verwijderen. Als u kiest om de migratieoptie te verwijderen, kunt u uw Workspace ONE UEM-catalogus niet migreren. U kunt Hub-sjablonen maken in de Hub Services-console, de Hub-catalogusinstellingen configureren en Workspace ONE UEM-smartgroups aan de sjablonen toewijzen.

Migratieproces

Wanneer u de Workspace ONE UEM Hub-catalogusinstellingen migreert naar Hub Services, worden Hub-sjablonen gemaakt op basis van de implementatie van de Hub-catalogus van uw organisatie.

  • De algemene standaardinstellingen die worden geconfigureerd in Hub Services, inclusief de merkvermelding, worden toegepast op elke sjabloon. Als u de algemene instellingen niet wilt gebruiken, kunt u de sjabloon aanpassen.
  • Er wordt een Hub-sjabloon gemaakt tijdens de migratie wanneer de onderliggende organisatiegroepen verschilt van uw klantorganisatiegroep. Wanneer de onderliggende organisatiegroepen dezelfde configuratie hebben, maar verschillende gebruikers, wordt slechts één sjabloon gemaakt. De organisatiegroepshiërarchie van klanten bevat bijvoorbeeld twee onderliggende organisatiegroepen, C1 en C2. C1 en C2 worden geconfigureerd met dezelfde instellingen. De klantorganisatiegroep is geconfigureerd met verschillende instellingen. Tijdens de migratie maakt Hub Services één sjabloon voor C1 en C2 omdat ze dezelfde configuratie hebben en wijst deze smartgroups aan de sjabloon toe.
  • Smartgroups worden gemaakt op basis van de toewijzingsgroepen van de Workspace ONE UEM-organisatiegroep. De instellingen voor smartgroups simuleren de organisatiegroepsinstellingen.
  • De platforminstellingen die zijn ingeschakeld voor toegang tot de Workspace ONE UEM Hub-catalogus, worden gemigreerd naar de Hub-catalogusinstellingen van Hub Services. U beheert de platforminstellingen voor iOS, Android, Mac of Windows in de Hub-catalogusinstellingen van de sjabloon.
  • Sjablonen krijgen een prioriteit in de lijst met sjablonen op basis van de organisatiegroepshiërarchie. Hoe lager een onderliggende organisatiegroep is in de organisatiegroepshiërarchie, hoe hoger de gekoppelde sjabloon wordt weergegeven in de lijst met sjablonen.

Zie Hub-sjablonen gebruiken om de Workspace ONE Intelligent Hub-ervaring voor verschillende gebruikers aan te passen voor meer informatie over Hub-sjablonen.

Hub-catalogus migreren naar Hub Services

Wanneer Workspace ONE UEM Hub Services gebruikt, kunt u de instellingen van uw appcatalogus migreren naar Hub Services.

Opmerking: Als u Verwijderen kiest in de sectie Alle appcatalogusinstellingen verwijderen op de pagina Migratie van de Hub Services-console, wordt de pagina Migratie-ervaring voor Hub-sjablonen verwijderd en kunt u de Hub-catalogusinstellingen niet migreren van Workspace ONE UEM. U kunt ook handmatig Hub-sjablonen instellen. Zie Een sjabloon in Workspace ONE Hub Services toevoegen en toewijzen aan groepen.
  1. Meld u aan bij de Hub Services-console om de migratie te starten.
  2. Als uw organisatie kan migreren, ziet u het scherm Migratie-ervaring voor Hub-sjablonen.
  3. Klik in de sectie Alle appcatalogusinstellingen migreren op MIGREREN.
  4. Wanneer de migratie is voltooid, klikt u in de sectie Volgende stappen op VOLTOOIEN.

Ga naar de pagina Sjablonen om de lijst met geprioriteerde sjablonen te zien die zijn gemaakt op basis van de migratie. U kunt de prioriteit van sjablonen opnieuw instellen, sjablonen bewerken, verschillende smartgroups toewijzen en sjablonen verwijderen.

Uw gebruikerstoegang is niet onderbroken. Als u wijzigingen hebt aangebracht in de functies voor merkvermelding of de appcatalog in Hub Services, zien gebruikers de wijzigingen wanneer ze zich aanmelden bij Workspace ONE Intelligent Hub.

De catalogusinstellingen worden verwijderd van het tabblad Groepen & instellingen > Alle instellingen > Apps > Workspace ONE > AirWatch Catalog > Algemeen > Verificatie van de Workspace ONE UEM Console of worden weergegeven als alleen-lezen. De instellingen voor alleen-lezen in de sectie Platform die op de pagina worden weergegeven, zijn van toepassing op oudere versies van Workspace ONE Intelligent Hub.